dinsdag 22 maart 2011

Rosenthal beantwoordt Kamervragen over mogelijke doodstraf Afghaanse christen Said Mussa

De kamerleden Henk Jan Ormel (CDA), Joël Voordewind (CU) en Kees van der Staaij (SGP) stelden op 11 februari schriftelijk Kamervragen aan minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) over de doodstraf die in Afghanistan aan Said Mussa kan worden opgelegd. Rosenthal heeft de vragen beantwoord.

Mussa, een Afghaanse christen die voor het Rode Kruis werkt, is intussen vrijgelaten. Dat meldde de organisatie Open Doors op 24 februari 2011 op basis van bronnen in Afghanistan.

Ook minister Rosenthal antwoordde dat Mussa weer op vrije voeten is.

Volgens Open Doors werd Musa vorig jaar mei opgepakt, nadat op de Afghaanse televisie te zien was hoe Afghanen werden gedoopt. Er ontstond een klopjacht op christenen. Musa dreigde onlangs nog de doodstraf te krijgen. Na zijn vrijlating is hij met zijn familie Afghanistan ontvlucht.

Open Doors noemt het wel een “noodoplossing”: “Het is jammer dat de Afghaanse overheid niet in staat is een klimaat van tolerantie te creëren. Said en zijn familie hebben het land moeten verlaten, omdat er buiten de gevangenis een prijs op hun hoofd staat.”

Afghanistan staat derde op de Ranglijst Christenvervolging die Open Doors jaarlijks uitgeeft. Alleen Noord-Korea en Iran zijn gevaarlijker voor christenen.

CU-Kamerlid Voordewind heeft in de debatten over de Nederlandse politietrainingsmissie naar Afghanistan van het kabinet de garantie gevraagd dat het zich zou inzetten voor de godsdienstvrijheid in het land. Op bekering tot het christendom staat nog de doodstraf in Afghanistan.

Kamervragen
De drie kamerleden vroegen onder meer aan Rosenthal of het waar is dat Said Mussa ieder moment tot de dood kon worden veroordeeld, naar aanleiding van een artikel begin februari in de Australische krant de Herald Sun.

Ze wilden ook graag weten of Rosenthal kon aangeven hoe de situatie was van Shoib Assadulah, die eveneens is aangeklaagd voor afvalligheid en daardoor ter dood kan worden veroordeeld.

De volksvertegenwoordigers vroegen verder of de Nederlandse regering bereid is zich op alle niveaus in te zetten om uitvoering van een eventuele doodstraf voor afvalligheid te voorkomen en op basis van welke wetgeving de doodstraf aan Musa kan worden opgelegd.

Rechtsbijstand
Daarnaast vroegen de kamerleden of het juist is dat Musa alleen door advocaten zal worden bijgestaan als hij zich weer tot de islam bekeert, en hoe wordt bevorderd dat hij de beschikking krijgt over alle hulp die hem op basis van internationale verdragen toekomt.

Godsdienstvrijheid
De minister werd verder gevraagd of hij de mening deelt dat de bescherming van mensenrechten op het gebied van de godsdienstvrijheid, waaronder ook de vrijheid om zich te bekeren tot een andere godsdienst, een lakmoesproef is voor een betrouwbare Afghaanse overheid.

Dit streven Nederland en haar bondgenoten na. En zo ja, op welke manier wordt bevorderd dat bekeerde christenen in de toekomst niet hoeven te vrezen voor hun leven?

Politietraining
Tot slot wilde het trio graag weten of Rosenthal de mening deelt dat de politietraining in Kunduz op geen enkele manier een bijdragen mag leveren aan een verslechtering van de positie van christenen in Afghanistan, en welke afspraken hierover zijn gemaakt met de Afghaanse overheid.

Antwoorden
Rosenthal antwoordde dat Musa is vrijgelaten en Afghanistan heeft verlaten. Sayed Shaoib Mosawi (ook bekend als Assadullah) zit gevangen in Mazar-e Sharif (de hoofdstad van Balkh, een buurprovincie van Kunduz). Zijn zaak is nog niet voorgekomen.

De minister antwoordde verder dat de Nederlandse regering rechtstreeks en in samenwerking met internationale partners overlegt met landen om verdere vervolging en oplegging van de doodstraf te voorkomen.

Christenen lopen in Afghanistan gevaar op basis van Hanafi jurisprudentie. De Hanafitische rechtschool is een van de rechtsstromingen in de islam.

Volgens sommige interpretaties van het islamitisch recht staat bekering gelijk aan afvalligheid waarop de doodstraf staat.

Dit is strijdig met zowel de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR), welke Afghanistan beiden heeft getekend.

De minister verzekerde dat Nederland op alle niveaus aandacht blijft vragen voor vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en de vrijheid om van geloof te veranderen, en zich voortdurend inzet voor de afschaffing van de doodstraf en een stop op de uitvoering ervan.

De politietrainingsmissie is erop gericht een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat en daarmee aan een verbetering van de mensenrechtensituatie in Kunduz. Nederland vindt het van essentieel belang dat kwetsbare groepen worden beschermd.


De lijst vragen van Ormel, Voordewind en Van der Staaij en de antwoorden van minister Rosenthal

De minister richt zijn antwoorden aan de voorzitter van de Tweede Kamer.


Geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ormel, Voordewind en van der Staaij over de doodstraf opgelegd aan een Afghaanse christen. Deze vragen werden ingezonden op 11 februari 2011 met kenmerk 2011Z02769.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal


Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Ormel, Voordewind en van der Staaij (CDA, CU en SGP) over de doodstraf opgelegd aan een Afghaanse christen.

Vraag 1
Is het bericht waar dat de heer Said Musa, een tot het christendom bekeerde Afghaan, ieder moment ter dood kan worden veroordeeld?1)

Antwoord
Nee. De heer Musa is vrijgelaten en bevindt zich inmiddels buiten Afghanistan.

Vraag 2
Kunt u ook aangeven wat de stand van zaken is betreffende de heer Shoib Assadulah, die eveneens wordt aangeklaagd voor afvalligheid en kennelijk ook ter dood kan worden veroordeeld?

Antwoord
De heer Sayed Shaoib Mosawi (ook bekend als Assadullah) zit in detentie in Mazar-e Sharif. Er bestaat momenteel geen formele aanklacht tegen hem en zijn zaak is (nog) niet voorgekomen.

Vraag 3
Is de Nederlandse regering bereid zich op alle niveaus in te zetten om uitvoering van een eventuele doodstraf voor afvalligheid te voorkomen?

Antwoord
De kwestie van bekeerde Afghanen heeft al langere tijd de aandacht van de Nederlandse regering. De regering zet zich zowel bilateraal als in samenwerking met de internationale partners zo effectief mogelijk in om verdere vervolging en oplegging van de doodstraf te voorkomen. Ik heb hierover rechtstreeks contact gehad met de Afghaanse autoriteiten, de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Clinton, de Hoge Vertegenwoordiger Ashton en haar EU-Vertegenwoordiger in Afghanistan. De Nederlandse ambassade, de EU-delegatie en ook andere ambassades, blijven de situatie nauwlettend volgen en stellen de kwestie tot op het hoogste niveau aan de orde. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp ‘bekering’ binnen de Afghaanse samenleving is het echter van het grootste belang dat de internationale inspanning discreet plaatsvinden. Ruchtbaarheid in de (lokale) media zou een gunstige afloop van deze zaak kunnen belemmeren.

Vraag 4
Op basis van welke wetgeving kan de doodstraf aan de heer Said Musa worden opgelegd?

Antwoord
Zie antwoord op vraag 1.

In algemene zin kan het volgende gezegd worden over de grondwettelijk vastgelegde vrijheid van godsdienst en levensovertuiging in Afghanistan. Het Wetboek van Strafrecht kent geen bepaling over bekering van de islam tot een ander geloof. Rechtbanken baseren zich, zoals de Afghaanse grondwet voorschrijft in gevallen waar de Grondwet en het Wetboek van Strafrecht geen bepaling kennen, op de Hanafi jurisprudentie. Volgens sommige interpretaties van het islamitisch recht staat bekering gelijk aan afvalligheid waarop de doodstraf staat. Dit is strijdig met zowel de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR), welke Afghanistan beiden heeft getekend.

Vraag 5
Klopt het bericht dat deze Afghaanse burger alleen door advocaten zal worden bijgestaan als hij zich weer tot de islam bekeert? Op welke manier wordt bevorderd dat de heer Musa de beschikking krijgt over alle hulp die hem op basis van internationale verdragen toekomt?

Antwoord
Zie antwoord op vraag 1.

Vraag 6
Deelt u de mening dat de bescherming van mensenrechten op het gebied van de vrijheid van godsdienst, waaronder ook de vrijheid om zich te bekeren tot een ander godsdienst, een lakmoesproef is voor een betrouwbare Afghaanse overheid, zoals Nederland en haar bondgenoten die nastreeft? Zo ja, op welke manier wordt bevorderd dat bekeerde christenen in de toekomst niet hoeven te vrezen voor hun leven?

Antwoord
Afvalligheid en bekering zijn gevoelige onderwerpen in delen van de Afghaanse samenleving. Met de Afghaanse autoriteiten is een voortdurende dialoog over dit soort onderwerpen gaande. Ik kan u verzekeren dat Nederland en zijn internationale partners regelmatig en op alle niveaus aandacht blijven vragen voor vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, en dus ook de vrijheid om van geloof te veranderen en voor de noodzaak kwetsbare groepen als religieuze minderheden de maximaal mogelijke bescherming te bieden. Ten aanzien van de doodstraf wordt door Nederland en de andere EU-partners een voortdurend appèl gedaan op de Afghaanse autoriteiten om als eerste stap naar afschaffing van de doodstraf een moratorium op de uitvoering daarvan in te stellen.

Vraag 7
Deelt u de mening dat de training van politiemensen in Kunduz op geen enkele manier mag bijdragen aan een verslechtering van de positie van christenen in Afghanistan? Zo ja, welke afspraken zijn hierover met de Afghaanse overheid gemaakt?

Antwoord
Ja. De Nederlandse politietrainingsmissie is erop gericht een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat en daarmee aan een verbetering van de mensenrechtensituatie in Kunduz. De regering vindt het van essentieel belang dat de Afghaanse overheid, waaronder uitvoerende instanties als de politie, kwetsbare groepen en minderheden beschermt. De Afghaanse regering wordt hierop bij voortduring aangesproken, zowel bilateraal als in EU-verband.

1) http://www.heraldsun.com.au/ipad/red-cross-worker-to-be-executed-for-being-a-christian/story-fn6s850w-1226001126790